Dankwoord Mannenkoor St.Remigius Klimmen(voorzitter Henk Spit)

Klimmen 1 juni 2016

 

 

Beste Harrie,

 

 

 

Als voorzitter van het mannenkoor St Remigius te Klimmen wil ik je toch ook schriftelijk bedanken voor de door jou verzorgde koorscholing.

 

Initieel afgesproken voor een veel kleinere groep, maar ons verzoek door jou groothartig opgepakt en met steeds rond de 20 deelnemers heb je de scholingsavonden ingevuld. Grote klasse.

 

Vanaf het eerste ogenblik had je een absoluut overwicht, hetgeen steeds meer gestalte kreeg door de zaken die je vocaal en in woord en klank aan de orde stelde.

 

Eenieder was hooglijk verbaasd en vervolgens zeer geïnteresseerd over de specifieke technieken  die je ons hebt geleerd om het stemgebruik te verbeteren..

 

Natuurlijk werd er aan jouw verstand getwijfeld toen je meedeelde dat we de volgende keer een fles en een kurk moesten meebrengen en dat dan door een slangetje in een half met water gevuld flesje hele liederen bubbelend en of gezongen ten gehore moesten worden gebracht. Echter de uiteindelijke resultaten waren er naar.

 

Zo ook het tegen elkaar aan zingen, gebruikmakend van een stethoscoop waarbij je , als de kennis die je wilde overbrengen niet  voldoende overkwam, er niet voor schroomde twee of drie zangers te gebruiken die de beoogde leerling ( in rij achter elkaar) moesten toezingen.

 

Dat we allemaal jaloers waren op jouw fenomenale stem en orgelspel al of niet geprogrammeerd moge duidelijk zijn. Ook hier Grote klasse.

 

Opmerkelijk was de korte spanne tijds die je nodig had om ons allen het Afrikaanse nummer te leren dat 11 juni gezamenlijk tijdens ons concert ten gehore wordt gebracht. Jouw inzicht in de zwakke plekken en de daarop volgende oefeningen om dit onder de knie te krijgen was van een dusdanige eenvoud dat veel dirigenten hiervan kunnen leren denk ik.

 

 

Ik wil afsluiten met hetgeen je qua persoon  en qua persoonlijkheid bij eenieder hebt bereikt te weten dat we met plezier naar de scholingsavonden zijn gekomen en het jammer vinden dat de koorscholing voorbij is.

 

Ik heb je toegezegd dat het bestuur van het mannenkoor St Remigius het zeker in overweging gaat nemen om jou uit te nodigen voor een soortgelijke sessie voor het hele koor.

 

Harrie nogmaals bedankt, veel succes en graag tot ziens

 

 

Met vriendelijke groeten,

 

 

Henk Spit

Solfègeles, zin(g)vol voor de (koor)zanger

Een amateurzanger neemt vaak het besluit om bij een koor te zingen nadat is geconstateerd dat hij/zij een goede stem heeft. Daarna volgt er vaak nog een stemtest en de kandidaat wordt wel of niet aangenomen. Meestal gaat dit gepaard met een proefperiode waarin de zanger zich kan ontwikkelen en ervaren wat het is om in een koor te zingen.
Tegenwoordig wordt het te zingen repertoire voor de koorleden opgenomen zodat er thuis geoefend kan worden. Op deze manier wordt het muzikale gehoor geactiveerd, het lezen van het notenschrift echter niet. Het vak solfège kan hierin echter een uitkomst kunnen bieden.
De leerling krijgt hierdoor meer inzicht in de materie van het notenschrift en het zelfvertrouwen krijgt een opwaardering. Nu gaat een en ander wel gepaard met veel oefenen, succes moet verdiend worden. Er is doorzettingsvermogen nodig om tot bevredigende resultaten te kunnen komen.
Als alle leden van een koor goed getraind worden in solfège, vormt dit een betrouwbaar instrument voor de dirigent. Men zal minder afhankelijk zijn van steunpilaren in het koor.

In de solfègelessen leert de leerlingen het notenbeeld te vertalen naar klank. Met andere woorden:
men leest het notenbeeld waarbij de leerling melodie en ritme op notennamen leert zingen.
Gekozen kan worden voor `do-re-mi-fa-so-la-ti` (het relatieve systeem) of op `c-d-e-f-g-a-b` (het absolute systeem). Daarbij leert de leerling hoe een melodie moet klinken door het innerlijk gehoor te gebruiken. Vergelijk dit met het lezen van een tekst uit een krant of boek: de letters worden gelezen en de lezer weet welke woorden(tekst) met de letters gevormd worden. Men hoeft de letters niet hardop te lezen om te weten wat er geschreven staat. Het is ook niet noodzakelijk dat de leerling een willekeurige toon uit het niets moet kunnen treffen. Wel is het de bedoeling dat men een toon moet kunnen treffen naar aanleiding van een voorafgaande toon.
Bijvoorbeeld: er wordt gevraagd om de tonen van de noten `do-re-mi` te treffen. In dit geval wordt de `do` op een instrument gespeeld of voorgezongen door de docent. De toon wordt nagezongen, daarna wordt het notenbeeld klinkend weergegeven.

 

1

In een gevorderd stadium kan de docent een andere toon aangeven dan de begintoon, in dit geval bijvoorbeeld de `re` of de `mi` waarna de leerling de `do` moet proberen te vinden.
Er zijn heel wat solfègeoefeningen die men met het materiaal `do-re-mi` kan doen.
2

Bovenstaand voorbeeld vindt men in `ötfökü zene` (100 zangoefeningen) samengesteld door de Hongaarse meester Zoltán Kodály. v.b. 2
http://www.kotta.info/hu/product/2809/KODALY-ZOLTAN-Oetfoku-zene-1
Door de grote rijkdom die de Hongaarse volksmuziek heeft kon hij heel veel materiaal gebruiken.
De notatie in de `ötfökü zene` is anders dan de bij ons traditionele notatie:

3

In dit voorbeeld zien we dat de notenbalk is weggelaten, de notennamen staan echter wel genoteerd. De leerling ziet niet of de noten laag of hoog op de balk genoteerd staan en mist als het ware deze visuele ondersteuning.
Het goed kunnen treffen van de tonen zorgt ervoor dat de zanger na verloop van tijd bewuster en zuiverder de koormuziek leert zingen. We noemen dit `intonatie`.

Niet alleen toonhoogte is belangrijk, toonduur(ritme) is natuurlijk onmisbaar. Elke melodie heeft ritme. In voorbeeld 4 zien we hoe verschillende notenwaarden, t.w. de kwartnoot(1e notenbalk),
de halve noten(2e notenbalk) en de hele noot(3e notenbalk).

 

4-02

Veel misverstanden bestaan er over de notenwaarde en het aantal tellen dat een noot krijgt. Men gaat er heel vaak vanuit dat een hele noot(voorbeeld 5) steeds 4 tellen duurt.

5-01

Dit wordt echter bepaald door de maatsoort(voorbeeld 6):

6

Bij de eerste maatsoort 2/4 duurt elke maat 2 tellen en duurt de kwartnoot(4) één tel.
Bij de tweede maatsoort 2/8 duurt elke maat 2 tellen en duurt de achtste noot (8) één tel.
Bij de derde maatsoort 2/2 duurt elke maat 2 tellen en duurt de halve noot(2) één tel.
Bij de vierde maatsoort 6/8 duurt elke maat 6 tellen en duurt de achtste noot(8) één tel.

Dit zijn een aantal elementen die aan de orde komen in een solfègeles. Verder is het gehoor natuurlijk van groot belang. Wat men niet kan horen kan men ook niet zingen.
Men hoeft uiteraard geen absoluut gehoor te hebben maar een relatief gehoor is wenselijk. Wat is het verschil? Bij een absoluut gehoor kan men zonder van te voren een toon gehoord te hebben een willekeurige toon benoemen. Iemand slaat een toon aan op de piano en de leerling zegt welke toon gespeeld werd. Bij een relatief gehoor wordt eerst een toon gespeeld en benoemd, daarna wordt een volgende toon gespeeld en de leerling probeert deze te benoemen.
Toch speelt toongeheugen ook een belangrijke rol. Violisten hebben bijvoorbeeld een perfect gevoel om de `A` af te stemmen en dus ook te horen. Dit omdat het hoort bij het ambacht van viool spelen.
Muziektheoretici beweren zelfs dat indien je vóór het slapen gaan één bepaalde toon speelt gedurende 20 minuten, deze toon de volgende morgen nog in je geheugen zit en je deze toon vlekkeloos kunt zingen.

 

Alle stemmen zijn even waardevol

door Harrie Spronken

In een volgend betoog  geef ik een  opsomming van mijn waarnemingen en ervaringen gedurende mijn 30-jarige praktijk als koorleider. Ik zal proberen uit te leggen waarom het net op de dag van vandaag zo belangrijk is leider te zijn van een koor; niet in de eerste plaats voor muzikale redenen, doch om sociale redenen.

Wanneer iemand zich bij een koor voegt, is dit een uitstekende gelegenheid om andere kinderen te leren respecteren, solidair te zijn met de andere koorleden, binding en verwantschap met de  andere zangers creëren ondanks de grote verschillen, die er misschien zijn. “Alle stemmen zijn even waardevol” verder lezen